Complete Vocal Technique

[image source_type=”attachment_id” source_value=”349″ align=”right” icon=”zoom” lightbox=”true” width=”160″ autoHeight=”true”] CVT maakt zingen leuk en makkelijk en heel begrijpelijk. Problemen met hoge of lage noten, klank, gehoor, adem en vele andere technische zaken worden snel aangepakt en je zult merken dat jij kán zingen of geholpen wordt met een lastig stuk in je song! Van beginnende tot gevorderde zanger krijg je goede aanwijzingen om weer vooruit te kunnen in je eigen zang. Inge heeft in 2006 succesvol haar aantekening in de éénjarige zangerscursus gehaald (volledige cv van Inge Rambags). In 2007 is Inge gestart in de 3 jarige opleiding tot CVT-docent (CVT-teacher) in Kopenhagen.

Sinds november 2009 mag zij zich gecertificeerd CVT docent noemen.

 

Sadolin

[image source_type=”attachment_id” source_value=”265″ width=”200″ align=”left”] De Deense Cathrine Sadolin introduceerde in 2000 de eerste Engelse editie van haar boek Complete Vocal Technique. Dit boek wordt door sommigen gezien als de nieuwe ‘bijbel’ voor alle vocalisten. Deze zangeres, toonaangevend stemonderzoeker, zangpedagoog en stemcoach geeft workshops, clinics en masterclasses over de hele wereld. Het oplossen van problemen en geven van eerste hulp aan vocalisten hoort ook bij haar werk. Haar innovatieve technieken worden inmiddels wereldwijd succesvol toegepast door duizenden vocalisten in alle stijlen, van klassiek tot heavy metal.

Sadolin doet o.a. de volgende uitspraken over zingen:

“Singing is not difficult. Everybody can learn to sing”.

“Het is mogelijk om ALLE geluiden te produceren op een gezonde manier”.

Richtlijn van CVT

Sadolin stelt dat zingen altijd aangenaam moet voelen en dat de techniek ook meteen moet werken, anders wordt deze niet goed uitgevoerd. Als men zich nauwgezet aan deze regel houdt, is het ook goed mogelijk om deze technieken zelfstandig te studeren. Je eigen gevoel is in haar ogen de beste controle: als een oefening pijn doet, of je het gevoel geeft dat je moet hoesten, dan doe je het niet goed.

Drie basisprincipes

Sadolin gaat uit van drie basisprincipes: ademsteun, noodzakelijke twang en het vermijden van een vooruitgestoken kaak en lipspanning:

  • Met ademsteun bedoelt Sadolin het tegenhouden van de natuurlijke drang van het middenrif om na een inademing de lucht gelijk weer te laten ontsnappen.
  • Noodzakelijke twang voor de helderheid en de draagkracht van de toon.
  • Volgens Sadolin zorgen een vooruitgestoken kaak en spanning in de lippen vaak voor constrictie rond de stemplooien.

Vier stemfuncties

Als aan deze drie basisprincipes is voldaan, is er een keuze uit vier stemfuncties. Deze stemfuncties zijn: neutral, curbing, overdrive en edge.
Elke stemfunctie heeft zijn eigen karakteristieke klank als ook zijn voordelen en beperkingen.

Neutral

In neutral heeft de klank een zacht karakter en zit er geen metalig randje aan. Neutral wordt mede bereikt door het los laten hangen van de onderkaak.
De mogelijkheden in neutral zijn: zacht(met lucht) en gecomprimeerd(zonder lucht). Neutral is te gebruiken op elke toonhoogte.

Curbing

Curbing betekent letterlijk beteugelen oftewel intomen. Deze stemfunctie is vaak ook een openbaring voor veel deelnemers van de workshop.
Curbing heeft een iets harder volume dan neutral en er zit een klein metaal randje aan de klank. De klank is ook wel te vergelijken met iemand die loopt te kreunen (hilariteit alom tijdens de zangles). Curbing is te gebruiken op elke toonhoogte, echter in de hoogte dienen klinkers te worden veranderd naar een “ò” (als in koor), een “û” (als in hun), of een “i” (als in dit).

Overdrive

Overdrive bezit veel scherpte of een metalen klank die te herkennen is aan iemand die “hee” roept op straat. Wanneer er hard wordt gezongen of gesproken in het lage deel van de stem, is dit meestal overdrive. Voor overdrive is het nodig dat we een “bite/smile” in onze bovenkaak voelen. De toonhoogte is beperkt: Overdrive laat zich bij vrouwen slechts horen tot ongeveer d2 en bij mannen tot c2.
Ook hier komt de klinkerbeperking om de hoek kijken en zijn er hier maar twee mogelijkheden.
In de hoogte dienen alle klinkers te worden veranderd naar een “ee” (als in zee), of naar “oo” (als in do).

Edge

Edge bezit een maximale hoeveelheid scherpte in de klank. Edge is de meest scherpe klank met heel veel metaal. Een baby kan perfect “edgen”. De eerste vereiste bij edge is een goede twang (Engels, spreek uit: tweng) in de klank. Luister naar Anastacia of Fran Drescher in “The Nanny”, en je weet hoe twang klinkt. De klinkers die bij edge in de hoogte overblijven zijn de “e” (als in cent), de “i” (als in dit), de “ee”(als in zee) en de “eu” (als in deur).

Klankkleur

Na het kiezen van een van de vier stemfuncties waarbij de drie basisprincipes worden gerespecteerd, is het vervolgens zaak om een klankkleur te kiezen.
Voor een donkere of lichtere klank reikt Sadolin verschillende technieken aan: de mate van twang, de positie van het strottenhoofd (hoog of laag), de positie van de tong (samengetrokken of breed), de opening van de mond (ontspannen of een glimlach), de positie van het zachte gehemelte (hoog of laag), en de mogelijkheid om met het zachte gehemelte de toegang naar de neusholte af te sluiten of niet (resp. orale of nasale klank).

Bij het kiezen van een klankkleur bestaat er echter een aantal restricties. Sadolin waarschuwt bijvoorbeeld dat twang bij edge verplicht is en dat men voorzichtig moet zijn met het kiezen van een te donkere klank in de stemfuncties met een metalen klank.

Effecten

Na de absolute voorwaarde dat de vocalist al het voorgaande volledig beheerst, zijn we dan eindelijk op het punt beland waarbij Sadolin zich op redelijk onontgonnen terrein begeeft: de effecten. Effecten hebben op zich niets te maken met melodie of geluiden, maar voegen alleen een extra expressie toe. Ondanks dat veel zangpedagogen een aantal van deze effecten afkeuren en alleen maar ongezonde klanken vol constrictie horen, moeten we onder ogen zien dat in de hedendaagse muziek veel gebruik wordt gemaakt van effecten. Mits goed uitgevoerd brengen volgens Sadolin effecten als “distortion”, “growl” en “rattle” geen schade toe aan de stem. Baanbrekend is haar onderzoek waarbij ze aantoont dat de stemplooien ongehinderd bewegen bij het gebruik van effecten. De stembanden zelf produceren niet de effecten, maar de veranderde ruimte van de stemweg zorgt voor het specifieke geluid wat op de toon terecht komt bij het zingen van een effect. Andere effecten zijn: “grunt, creak and creaking, breaks, vibrato, ornamentatie.